
Jeuk
Gelukkig loopt het nooit uit. Dat niet. Maar je moet wel scherp blijven. Het is immers ook niet makkelijk, het uitvoeren van een allergietest. De assistente van mijn dermatoloog had er best moeite mee. Tien prikjes op mijn arm en een weekend lang plakkers op mijn rug. Die laatste zitten er nog. Ik ben benieuwd hoe het maandag gaat wanneer ze er af mogen. Want die prikjes bleken al best een klus. Dat komt zo:
De assistent: “Zal ik u even uitleggen hoe de test in zijn werk gaat?”
Ik ben al goed voorbereid maar stem uit beleefdheid toe.
De assistent: “O, uhm, nou ik zet tien prikjes in uw arm en daar druppel ik spul op en dan gaat uw huid daar heftig op reageren.”
Ik: “O. Zo dan. Maar toch alleen als ik daadwerkelijk allergisch voor een van die ‘stofjes’ ben zeker?”
De assistent: “Ja, natuurlijk, maar u bent toch allergisch?”
Ik: “Nou, daar ga ik nu achter komen als het goed is.”
De assistent: “Het zijn tien stofjes, dus daar zit vast wel iets voor u bij”.
Ik heb een vraagtekengezicht. Ik ben hier niet naar toe gekomen omdat ik een diepe allergiewens koester, of zo.
Ze haalt 10 naaldjes uit de steriele verpakking, klemt ze goed in de handen waarmee ze net een andere patiënt begroette – die kort daarvoor nog via zijn neus zijn hersenjeuk probeerde aan te pakken, legt ze op de tafel en bedenkt op dat moment dat hygiënische handschoentjes misschien wel een goed idee zijn. Ik ben eigenlijk te verbaasd om er iets van te zeggen.
Ze prikt met het eerste naaldje, legt het naast zich neer en druppelt keurig ‘hond’ op het gaatje in mijn arm. Over het tweede gaatje komt een ‘katdruppel’. En dan is ze de tel kwijt. Een, twee, veel.
De assistent: “Waar ben ik nou gebleven?”
Ik: “De kat zit er op, doe mij maar gras.”
Ik zie haar verwarring. Ze is ook niet zeker waar het derde naaldje vandaan moet komen. Van de stapel van twee, of van de stapel van acht. Ik souffleer haar en blijf na deze ervaring extra scherp en alert.
Als de tien prikjes plus stofjes erop zitten vraag ik hoe lang het duurt voor de uitslag bekend is. Ze geeft aan dat het ongeveer een kwartiertje duurt. En voegt daar aan toe; “Het is nu 3 minuten over kwart over 9, dus dan hebben we de uitslag om 3 minuten voor kwart voor 10”. Ik besluit dan maar zelf op te letten tot het 09.33 is. Lijkt me beter.
De uitslag liet overigens niet op zich wachten. Vrij letterlijk. Uitslag alom. Huisstofmijt is in ieder geval mijn vriend niet. Zo veel is wel duidelijk.
Als ze de resultaten met me wil bespreken, pakt ze het dossier er bij.
De assistent: “Is er al een foto gemaakt?”
Ik: “Een foto, waarvan?”
De assistent: “Nou, van uw keel en uw kaken.”
Ik: “?”
De assistent: “Ja, dat moet van de dokter, voor het dossier. En zeg, heeft u nog voldoende medicijnen?”
Ik: “Ja, maar dat staat volgens mij los van deze test en ik heb geen idee wat er met mijn keel of kaken aan de hand zou moeten zijn. Ik had er nog geen last van in ieder geval.”
De assistent: “Nou het staat hier anders wel!” (Of ik nu direct last van keel en kaken wil krijgen, ja.)
Ik: “ Zeg mevrouw, welk dossier heeft u daar?”
De assistent: “Nou die van u, mevrouw Ali Azzouz.”
Ik: “ Zie ik er uit als een Ali Azzouz?”
De Assistent: “Nou dat scheelt dan weer een foto.”